KAARSVERZORGING
01
OVERMATIGE BRANDTIJD
Vermijd overmatige brandtijd; niet meer dan 4 uur wordt aanbevolen. Het is essentieel om de kaars te doven nadat de aanbevolen brandtijd is bereikt. Het te lang verlengen van de brandtijd kan leiden tot oververhitting, potentiële veiligheidsrisico's en een kortere algehele levensduur van de kaars.
02
Knip de lont af
Knip vóór elk gebruik de lont van de kaars af tot ongeveer 6 mm (1/4 inch). Een langere lont kan ervoor zorgen dat de kaars langere tijd brandt en kan een grotere vlam veroorzaken, wat gevaarlijk kan zijn.
03
Bij het branden
Het is absoluut noodzakelijk om de was volledig te laten smelten tot aan de rand van de container tijdens het gebruik van een kaars om een gelijkmatige brand te garanderen. Deze methode zorgt voor veiligheid, minimaliseert geur en prestaties en voorkomt tunnelvorming. Laat het hele oppervlak vloeibaar worden tijdens de eerste keer branden, wat meestal 2 tot 4 uur duurt. Bij volgende keer branden, knip de wiek af tot 1/4 inch en zorg ervoor dat de was de rand van de container bereikt. Stop met gebruiken als er nog 2 cm was over is. Voor een veilige en consistente ervaring bij het doven van kaarsen, gebruik altijd een kaarsendover.
04
Vermijd branden in de buurt van brandbare materialen
Houd de kaars uit de buurt van brandbare materialen, zoals gordijnen, papier of planten. Langere brandtijden kunnen het risico op ontsteking vergroten. Ook kunnen geopende ramen of ventilatoren ervoor zorgen dat een kaars ongelijkmatig en langdurig brandt. Plaats uw kaars op een plek waar deze niet wordt blootgesteld aan sterke tocht.
06
Houdt uit de buurt van kinderen en huisdieren
Om de veiligheid van uw dierbaren te garanderen, dient u kaarsen altijd buiten het bereik van kinderen en huisdieren te houden. Open vuur kan gevaarlijk zijn en onbedoeld contact met een kaars kan leiden tot brandwonden of ander letsel. Bovendien kunnen nieuwsgierige kinderen of huisdieren per ongeluk een brandende kaars omverwerpen, waardoor brand of schade kan ontstaan. Om ongelukken te voorkomen, plaatst u kaarsen op een veilige plaats en laat u ze nooit onbeheerd achter als ze branden.
05
Laat nooit onbeheerd achter
Laat een brandende kaars nooit onbeheerd achter. Doof de kaars wanneer u de kamer verlaat, ook al is dit binnen de aanbevolen brandtijd.
